Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


Na de dood van zijn vrouw in oktober 1942 bleven Willem Wildschut (1884)  en zijn dochter Adrie in dit huis wonen.

Willem was procuratiehouder van de steenfabriek De Scherpenhof in Terwolde. Bij hen verbleef begin 1943 enige tijd de Joodse familie De Leeuw uit Deventer (ouders en twee kinderen). 

Achter de Hoven 57Waarschijnlijk nadat zij korte tijd bij de buren (Achter de Hoven 61) hadden gezeten. Aldus getuigt een voormalige buurjongen (1931). Al gauw zijn zij opnieuw verkast, naar Leliestraat 82.

Deze familie is door de onderduik gered.

In dezelfde Scherpenhof heeft een neef, Piet Wildschut (1928), jarenlang Joodse mensen verborgen in een rookkanaal van de wegens gebrek aan brandstof stilgelegde steenfabriek.

Ook zij overleefden de oorlog. Hun relaas is te lezen in Van zonsondergang tot dageraad, door Nathan Mageen.

Het adres op de kaart