Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


Jan Willem Bosveld (1888) en  Aaltje Bosveld–Haas (1895) woonden in dit huis.

Rozenstraat 65Zij hadden voorheen de architect Lodeweges als kostganger in huis gehad.

Lodeweges vroeg het echtpaar Bosveld om vier Joodse mensen in haar woning te laten onderduiken, drie uit Wierden en een uit Goor. Uit Goor was dit Israël Rosendaal en uit Wierden Sophia Samuel- Zwart (1894) en haar kinderen Izak (1919) en Dina (1924). Zij ging accoord. Op 19 oktober 1942 waren zij met zijn allen ’s avonds aan het kaarten toen er gebeld werd. Aaltje stond op en wilde naar de deur gaan, maar voordat ze kon opendoen, liep de Deventer politieagent C. al in de gang met het pistool in de aanslag. Hij had de voordeur geopend via een raampje dat in de deur aangebracht was. Tegelijkertijd was zijn collega W. omgelopen. Via de achterdeur kwam hij vloekend naar binnen, samen met iemand anders, waarschijnlijk de beruchte De D., medewerker van de SD. Er was nog een vierde overvaller, iemand van de Grüne Polizei. In de woonkamer werd met het pistool gedreigd en iedereen moest de armen omhoog steken. Ze werden daarna door C. en W. naar het politiebureau gebracht en later van daaruit naar de SD in Arnhem. Zij zijn daar zes weken lang verhoord. Toen ze na hun vrijlating weer thuiskwamen bleek dat C. in hun huis was geweest terwijl ze gevangen zaten. Hij had verschillende van hun eigendommen meegenomen.

Waarschijnlijk zijn de Joodse mensen verraden. Door wie is nooit bekend geworden. De volgende dag is ook Lodeweges gearresteerd. Tijdens zijn gevangenschap is ook bij hem ingebroken. Zijn hele tekenkamer werd leeggehaald en hij miste een nieuw kostuum uit zijn woning.

Het adres op de kaart