Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


Hendrik (Henk) Richie (1912) was adjunct-inspecteur van politie.

PresSteynstraat 29Hij verhuisde in de bezettingsjaren vanuit de Kerkstraat naar dit adres. Zijn houding ten opzichte van de bezetter riep aanvankelijk vragen op. Hij had contacten met Duitse politieautoriteiten, was docent aan het door de bezetter gestichte Politie Opleidingsbataljon in Schalkhaar, heeft twee geallieerde piloten gearresteerd en voor zijn chef, commissaris Van Tricht, meubels geregeld uit een Joodse inboedel.

Daar staat tegenover dat hij samenwerkte met Julius Simon (1906-1989), die de leiding had van de Joodse ziekenhuisjes aan de Brink en (later) aan de Sandrasteeg. Bovendien zat Richie in het verzet, waar hem riskante opdrachten toevertrouwd werden, omdat hij veel lef had. Hij was bevriend met zijn collega G.H. ter Horst (Swaefkensstraat 45). Samen met andere ‘goede’ politiemensen wisten zij in veel gevallen Joodse onderduikers voor nachtelijke ophaalacties te waarschuwen.

Het staat vast dat hij in zijn huis meerdere Joodse mensen, waaronder Lotte Fortuin- Spanier (1910-1984) een schuilplaats heeft gegeven. Zie ook Veenweg 33.

Het adres op de kaart