Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


In de gevel van dit winkelhuis staat  "DE HOOP".

KlOverstraat 30Hier woonden en werkten de elektricien Herman A. Wagenvoort (1894) en Aleida J. Wagenvoort–Alink (1886). Toen het joodse echtpaar Julius Simon (1906-1989) en Lotte Falkenstein (1914-) uit Deventer, vrijgelaten was nadat zij op Grote Overstraat 51 voor de tweede maal waren gearresteerd, zijn zij hier korte tijd ondergedoken geweest. Vanuit dit huis zijn ze vervolgens terecht gekomen op de zolder van de zoetwarenhandel Daventria in de Papenstraat 49-51 en later in de Swaefkensstraat 45. Aldus vertelt een zoon van de familie Simon.

Het adres op de kaart