Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


Op dit adres woonde in de bezettingsjaren een hoogbejaarde vrouw met twee volwassen kinderen (1896 en1899).

De kinderen waren vanaf hun geboorte gehandicapt. Zij heeft hen tot haar dood thuis verzorgd. Het huis is decennia na de oorlog vervangen door nieuwbouw.

Het gaat hier om de weduwe Antonia Kolkert-Denekamp (1865). Zij had bovendien twee gezonde kinderen, waarvan er een in Den Haag woonde en het andere met zijn gezin in de Hoge Hondstraat alhier, in het huis dat thans nummer 79 heeft. Een zoon (1927) uit deze laatste familie getuigt dat zijn vader (1890) als wachtmeester bij de huzaren in de meidagen van 1940 gevochten heeft bij de Grebbeberg en na de capitulatie de grootste moeite had om de nederlaag te verwerken. De naaste buren (op nummer 81) was het echtpaar Henri Lodewijk Pach (1904-1979) en zijn niet-joodse vrouw Frida Euler (1901),  waar de getuige vaak over de vloer kwam. Hij herinnert zich dat Henri Lodewijk op een zeker moment een Jodenster droeg, maar de vrouw nimmer. Hij vertelt dat zij afkomstig was uit Keulen.

Na de bevrijding heeft hij van zijn ouders gehoord dat Henri Lodewijk Pach ondergedoken is geweest bij zijn opoe aan de Van Suchtelenstraat. Daar kwam hij elke zondag maar hij heeft die man - die hij goed kende - daar nooit gezien. Hij vermoedt dat de onderduik bij opoe hooguit enkele weken heeft geduurd. De dochter uit Den Haag zou op een andere oplossing hebben aangedrongen. Henri Lodewijk Pach heeft de oorlog overleefd en is in 1979 in Sao Paulo in BraziliĆ« overleden.

Wat betreft de buurvrouw herinnert hij zich dat zij later door de bezetter gedwongen werd af en toe Duitse militairen in huis te nemen.

Het adres op de kaart