Onderduikhuizen voor Joden in Deventer

Deze website is een bijdrage aan de geschiedschrijving van de stad Deventer. Er wordt een overzicht gegeven van de panden, waarin zich hier tijdens de bezettingsjaren 1942-1945 de Joodse onderduik heeft afgespeeld.

Joden in Nederland

In de tweede wereldoorlog zijn meer dan 100.000 Joden uit Nederland door de bezetter om het leven gebracht. Het grootste deel daarvan had gehoor gegeven aan het Duitse bevel om zich voor ‘een werkkamp in het Oosten’ te melden, niet wetend dat het om vernietigingskampen ging waar zij kort na aankomst vermoord zouden worden. De rest van de Joodse mensen vertrouwde het niet en dook onder. Het kwam voor dat binnen een familie sommigen zich aanmeldden en anderen onderdoken. Talrijke kleine kinderen werden bovendien aan onbekenden toevertrouwd door hun Joodse ouders vòòr hun deportatie. Van de aldus uit het openbare leven verdwenen Joden zijn er veel gered, een grove schatting is 25.000. Helaas zijn vele anderen door toeval of verraad gevonden en in een vernietigingskamp of elders alsnog vermoord.


In de oorlogsjaren werd dit pand bewoond door Trijntje W. Sonnenberg–Broekhuis (1881).

Brinkgreverweg 29Zij was weduwe van de in 1929 overleden stalhouder en begrafenisondernemer (Smedenstraat) W.J. Sonnenberg. Hier woonde toen ook een mevrouw van Leusen. Er was bovendien een kostganger Luyendijk, die illegaal werk deed. Hij werd begin 1944 gearresteerd en korte tijd later door een ad hoc knokploeg bevrijd. Er werd in dit huis ook gestencild voor de illegaliteit; B.J. van den Dool (D.G. van der Keesselstraat 12) was daarbij betrokken.

Een Joodse, voor ons onbekende, familie uit Hilversum zat hier ondergedoken. Er waren ook niet-Joodse onderduikers. Een buurjongen (1933) getuigt conform het bovenstaande. Zijn oudere zus voegt hieraan toe dat als dat nodig was de joden ook wel eens een paar nachten verbleven in haar ouderlijk huis, op Brinkgreverweg 102.

Het adres op de kaart